De Protestantse Gemeente te Wageningen vraagt kerkleden bij Actie Kerkbalans om een gerichte bijdrage voor de eigen wijkgemeente. Het effect? Meer betrokkenheid bij de Actie en een hoger gemiddeld giftbedrag. We spreken voormalig kerkrentmeester Jan Bakker.
Ongelijke verdeling
“Binnen onze kerk hebben we twee wijkgemeenten: de hervormde wijkgemeente Johannes en de protestantse wijkgemeente Lukas,” vertelt Jan Bakker, tot voor kort voorzitter van zowel het college van kerkrentmeesters binnen de PGtW als de commissie geldwerving. De twee wijkgemeenten hebben hun eigen pastorale staf en komen op zondag elk in een ‘eigen’ kerkbouw bij elkaar. Ook door de week hebben beide wijkgemeenten eigen activiteiten, al zijn er ook overstijgende initiatieven en bijeenkomsten en vinden buiten de kerkdiensten bijna alle activiteiten in de Bevrijdingskerk plaats. “De bijdragen voor Actie Kerkbalans gingen voorheen op de grote hoop,” aldus Bakker. “Maar keken we naar de verdeling van de opbrengsten, dan viel op dat deze scheef was. De gemiddelde bijdrage per huishouden lag in de ene wijkgemeente aanmerkelijk hoger dan in de andere.”
Eigen wijk, eigen lasten
Die ongelijke verdeling werd met de jaren sterker en was dan ook onderwerp van discussie in de Algemene- en wijkkerkenraden en het college van kerkrentmeesters. Dit leidde in 2022 tot het instellen van zogenoemde ‘wijkgebonden budgetten’. Bakker: “De centrale kosten en baten verdelen we sindsdien procentueel, op basis van het aantal belijdende- en doopleden met als peildatum 1 juli. Voor 2024 is de verdeling 35% (Johannes) versus 65% (Lukas). Daarnaast worden de wijkgebonden lasten, zoals voor de eigen predikant, organist of gemeenteavonden, nu volledig toebedeeld aan de wijkgemeenten.” En dus moeten wijkgemeenten voor een groot deel hun eigen broek ophouden. Bakker: “De opbrengsten van collecten en giften wijzen we nu toe aan de betreffende wijk, met uitzondering van bestemmingscollecten. Ook bij Actie Kerkbalans vragen we mensen dus om heel gericht te geven voor hun eigen wijkgemeente.”
Hogere opbrengst Actie Kerkbalans
De PGtW heeft de Actie Kerkbalans nu drie jaar op deze wijze ingestoken: in 2022, 2023 en 2024. Het blijkt een gouden greep, want de betrokkenheid en het gemiddelde geefbedrag bij Actie Kerkbalans is substantieel toegenomen. Bakker: “De gemiddelde toezegging per huishouden is met ruim acht procent gestegen. De totale opbrengst vanuit Actie Kerkbalans is dit jaar zelfs ruim vijf procent hoger dan begroot.” Daarnaast is ook het verschil in de bijdrage tussen leden van Lukas en Johannes aanzienlijk kleiner geworden. “In de wijkgemeente waar het geefbedrag lager lag, zijn leden gemiddeld 9,49 procent meer gaan geven. En in de andere wijkgemeente 6,66 procent meer. Dus de wijkgemeente die minder gaf, heeft een flinke inhaalslag gemaakt.”
Gericht geven werkt
Wat is nu de sleutel van dit succes? “Gemeenteleden zijn zich meer bewust geworden dat hun gift nodig is voor het reilen en zeilen van hun eigen wijkgemeente”, denkt Bakker. “Zo is bijvoorbeeld de instandhouding van predikersplaats een actueel thema. Door bij de geefvraag te focussen op de eigen wijk, wordt het doel van hun gift niet alleen zichtbaarder maar ook relevanter voor mensen. Het komt dichtbij.” Daarbij werkt de PGtW de afgelopen jaren ook met segmentatiebrieven op basis van geefbedrag. Huishoudens die relatief weinig geven, worden in de brief gevraagd om tien euro meer te geven, terwijl bij de ‘grote gevers’ bewust geen bedrag wordt genoemd.
Heldere communicatie
Daarnaast helpt veel én heldere communicatie. Zo geeft de PGtW ieder jaar in december een speciale editie van het kerkblad uit die in het teken staat van Actie Kerkbalans. En tijdens de actieperiode wordt er op het beeldscherm in de kerk elke zondag aandacht voor gevraagd. De PGtW is daarbij heel transparant over de cijfers. Bakker: “We geven helder weer waar we staan, wat we nodig hebben en wat we tekortkomen. En na de actieperiode geven we regelmatig een tussenstand wat betreft het aantal toezeggingen. Ook houden we de gemeenteleden gedurende het jaar op de hoogte van wat er met de opbrengst wordt gedaan.”